
Klasbrief 'Op expeditie naar de Noord- en Zuidpool'
Van 9 januari t.e.m. 20 januari
Beste ouder(s),
Het eerste thema van het nieuwe jaar staat voor de deur. De komende twee weken leren we in onze klas over de Noord- en Zuidpool. Hoe koud zou het daar zijn? Wie woont er op de Noord- en Zuidpool? Wat is het verschil tussen de Noord- en Zuidpool? Welke gelijkenissen/verschillen zijn er tussen onze levenswijze en die van de Inuit/Eskimo?... Dit zijn vragen die al spontaan in me opkomen. Ik ben benieuwd welke vragen de kleuters nog willen beantwoorden tijdens dit thema.
We starten het thema met het opstellen van een woordweb. Hierbij roepen we onze voorkennis op rond het thema. We noteren al deze begrippen en proberen deze te clusteren tot woordgroepen. We stellen ook enkele leervragen op. We staan stil bij wat we interessant vinden rond dit thema en wat we graag te weten willen komen. We noteren deze vragen en gaan gedurende het thema op zoek naar de antwoorden.
In onze poppenkamer reis je naar de Noordpool en kan je een Inuit worden. Je leeft in het sneeuwlandschap en gaat ijsvissen in het bevroren meer. Ons verwarmen doen we aan het kampvuur. Onze poppenkamer wordt een hoek die meegroeit met ons thema. Hoe meer we te weten komen over de Inuit, hoe meer we onze hoek kunnen uitbreiden en ons spel kunnen verdiepen.
Op de automat rijden we tussen de sneeuwbergen en door de sneeuwtunnels. We zetten hierbij in op de wiskundige begrippen: tussen, naast, door, op, over, ver weg, dichtbij, …
In de computerhoek vinden we een tablet met een praatplaat over het thema. De kleuters zien hierbij een prent waar allemaal links in verstopt zitten. Door deze aan te klikken komen de kleuters terecht op educatieve filmpjes, verhaaltjes, liedjes, prenten,… De kleuters kunnen hier zelf mee aan de slag gaan en oefenen hierbij hun ICT-vaardigheden. Ook krijgen de kleuters nieuwe inhoudelijke informatie over het thema. We kunnen onze leervragen dus al wat beter beantwoorden.
Op onze tafels liggen materialen om in te zetten op onze fijne motoriek. We kunnen gekke pinguïns namaken met strijkparels. Iglo’s kunnen ook niet ontbreken in ons thema. Deze bouwen we met suikerklontjes. Bij beide activiteiten zetten we extra in op onze pincetgreep.
Er zijn ook verschillende wiskundige activiteiten te vinden op de tafels. Zo zetten we patronen verder van pinguïns en we lossen een matrix van pinguïns op. Hierbij moeten we kijken naar de kleur van de muts en sjaal die de pinguïns dragen. We leren hierbij twee kenmerken te combineren en oefenen ons ruimtelijk inzicht door het vinden van de juiste plaats in de matrix. De pinguïns op de Zuidpool hebben hun buikjes rond gegeten: kan jij tellen hoeveel vissen de pinguïn heeft opgesmuld? We oefenen hierbij het tellen tot 6 en het herkennen van de cijferbeelden tot 6.
We maken onze polsen soepel en gaan aan de slag met een schrijfdans. Dit keer is het een schrijfdans van een pinguïn. We vormen hierbij ritmisch een boog op een leuk pinguïnliedje.
Er leven verschillende dieren op de beide polen, maar welke dieren leven op welke pool? Tijdens een kringgesprek onderzoeken we dit. We ordenen de dieren bij de juiste pool en staan ook stil bij het verschil tussen de Noord- en Zuidpool. Antwoorden die we niet weten zoeken we op of nemen we mee om er verder in ons thema mee aan de slag te gaan.
Uit ons rekenkastje komt Marylin de telspin piepen. Marylin heeft allemaal pinguïns bij. We helpen Marylin bij het tellen van de pinguïns en het vormen van groepjes. We staan samen met Marylin ook even stil bij rangorde. Welke pinguïn is de eerste in de rij, welke de derde en op de hoeveelste plaats staat deze pinguïn?
Als vervolg op het bezoek van Marylin de telspin maken we nog een werkje over rangorde. We kleuren het figuurtje op de plaats dat de juf ons vertelt.
We leren een liedje over een ijsbeer. Zou hij het niet te koud hebben daar op de Noordpool? We vragen het ons af in het liedje.
We maken nog een werkje waarbij we elke pinguïn moeten verbinden met zijn silhouet. Bij dit werkje oefenen we op taal-lezen. We herkennen een prent in een reeks prenten en leren details waarnemen om goed te kunnen nagaan welk silhouet van welke pinguïn is.
Ook in het water leven verschillende dieren aan de polen. Welke van deze dieren zou het grootst zijn? We meten de dieren aan de hand van blokjes. Hoeveel blokjes lang is de orka? Dit doen we in kleine groepjes samen met de juf. We voegen dan op het einde al onze metingen samen en bespreken deze. We ordenen de dieren van groot naar klein en vergelijken onze metingen.
Gedurende het hele thema blikken we ook een aantal keer terug. We bespreken wat we al gedaan hebben en wat we hierbij te weten zijn gekomen. We vullen ons woordweb met de nieuwe informatie aan en beantwoorden onze leervragen. We staan ook even stil bij wat we nog extra moeten opzoeken of moeten toevoegen aan onze hoeken of activiteiten die nog aan bod moeten komen.
Tijdens het thema staat ook nieuwe woordenschat centraal: de Inuit/Eskimo, Noord(pool)/Zuid(pool), de expeditie, het transportmiddel, het leefgebied, waggelen, de ijsberg, camouflage, het landschap en de sledehonden.
Kan je kleuter niet genoeg krijgen van dit fijne thema dan zijn volgende boekjes fijn om te ontlenen in de bibliotheek: ‘De Noord- en Zuidpool’ van Pierre Winters, ‘De kleine walvis in de winter’ van Benji Davies, ‘Kleine ijsbeer, help me vliegen’ van Hans De Beer,…
Groetjes,
Juf Marthe

