Klasbrief thema Lentekriebels

Thema ‘lentekriebels’
van 17/04 t.e.m. 28/04

Beste ouders,

Een tijdje geleden mochten we een nieuw seizoen verwelkomen: de lente. We hebben hier toen al even bij stil gestaan maar bleven met veel vragen zitten. Om een antwoord te vinden op al onze vragen gaan we 2 weken aan de slag met het thema lentekriebels. Tijdens ons voorafgaand kringgesprek over de lente hebben we het gehad over de bloemen die je tevoorschijn ziet komen. We zijn ook erg geïnteresseerd in de kleine diertjes die je tussen de bloemen en grassen ziet kruipen. Hier willen we wat meer over te weten komen.

Tijdens de eerste week van ons thema verdiepen we ons in de bloemen. We starten met een uitstap naar de kabouterberg in Kasterlee. We brachten tijdens de herfst al een bezoekje aan het bos. We doen dit nu opnieuw en bekijken de verschillen. We maken een flinke wandeling door het bos waar alles terug begint te groeien en bloeien. Onderweg komen we verschillende opdrachten tegen en maken we kennis met de bewoners van het bos, de kabouters.

We lezen het verhaal ‘een zaadje in de wind’. Hierin komen we te weten dat er verschillende zaadjes uit de bloem rondvliegen in de lucht maar dat maar enkele zaadjes de kans krijgen om op een goede plek terecht te komen en te groeien (windbestuiving). Na deze impressie stellen we een woordweb op over het thema. We leren begrippen onderverdelen in grotere gehelen en verruimen onze algemene woordenschat.

Hoe fijn zou het zijn om zelf te kunnen zaaien. Wat hebben we hiervoor nodig en wat zijn de beste omstandigheden om een plantje te laten kiemen. We starten ons eigen onderzoek. We zaaien tuinkers en doen dit onder verschillende omstandigheden. We focussen ons hierbij op de hoeveelheid water. We hebben een potje dat geen water krijgt, eentje dat elke dag een beetje water krijgt en een andere waar heel veel water op wordt gedaan. Welk plantje kiemt het best? We houden de resultaten van ons onderzoek bij op een overzicht. Hierbij leren we werken met pictogrammen en leren we een tabel lezen.

Niet alle bloemen zijn even groot. Samen met Staf de meetgiraf ordenen we de bloemen op grootte. We meten met blokjes hoe groot de bloemen zijn en gebruiken wiskunde-taal (groter dan, kleiner dan, grootste en kleinste) om de maat van eigenschappen uit te drukken.

Onze juf heeft echte bloemen meegebracht naar de klas, samen met een prent van een mooi schilderij. Dit is het bekende schilderij van Vincent van Gogh. We ontdekken na wat opzoekingswerk dat het zonnebloemen zijn. Nadat we het schilderij van dichterbij hebben bekeken en even hebben stil gestaan bij wie Vincent van Gogh is, gaan we zelf aan de slag. We gaan de bloemen in de vaas waarnemend schilderen. We gaan op zoek naar de juiste tinten verf en leren gedetailleerd waarnemen. We staan stil bij de verschillende beeldelementen (lijn, kleur, vorm, versiering, ritme, vlak…)  en passen deze toe op ons kunstwerk. Wie weet is de volgende grote kunstenaar wel geboren?

In de bouwhoek gaan we aan de slag met bloempotjes. Hoe kunnen we deze stapelen en welke passen er in elkaar? We zoeken het samen uit en maken grootse bouwwerken. We hebben ons ruimtelijk inzicht nodig, we leren maten schatten en gebruiken de wiskundige begrippen op, onder, naast, rond, gebogen, recht, hoger, lager,…

In onze poppenkamer kom je terecht in een bloemenwinkel. Je vindt er verschillende soorten snijbloemen, vetplanten, tuingereedschap,… Als verkoper moet je goed kijken wat je klanten willen. We lezen de pictogrammen af en gaan op zoek naar de juiste bloemen om het boeket te maken. Als we een mooi boeket of plantje hebben gevonden moeten we dit ook afrekenen aan de kassa. We zetten in op onze wiskundige vaardigheden en tellen hoeveel centjes we nodig hebben.

We maken een bloementuin aan de hand van opdrachtenkaarten en tekenen schrijfpatronen na op een krijtbordje. Deze schrijfpatronen zijn pols- en vingerbewegingen die de kleuters later nodig hebben bij het schrijven van de letters.

Tussen al die mooie bloemen kruipen er ook kleine diertjes. Je vindt diertjes met 6 poten maar ook met 8 poten. Je hebt diertjes met vleugels en diertjes die kruipen. Je hebt harige diertjes en ook slijmerige diertjes. Er valt heel wat te ontdekken als je goed kijkt tussen de grassprietjes.

We starten de tweede week met het verhaal ‘het bezige bijtje’. We ontdekken dat bijen er voor zorgen dat er nieuwe bloemen groeien maar ook dat bijen bloemen nodig hebben om te overleven. We staan even stil bij deze wisselwerking. De natuur heeft niet alleen bloemen en planten nodig maar ook de kleine diertjes die ertussenin kruipen.

Het eerste diertje dat we zien voorbij vliegen tussen onze bloemen is de vlinder. We bekijken de levenscyclus van de vlinder en leren weer wat nieuwe woordenschat (cocon en pop). Vervolgens maken we zelf een rups met playmaïs. Dit doen we volgens een patroon.

We leren een versje over de slak en staan stil bij het begrip traag. We bekijken de bij van dichterbij. Na het opzoekwerk en de waarneming tekenen we zelf een bij. Deze kleven we later op onze gestempelde honingraat. Het stempelen van de honingraad doen we met bubbelplastic.

We spelen een raadselspelletje ‘ik teken met mijn krijtje op het bordje, kan jij raden welk kriebeldiertje het wordt?’. De kleuters leren hierbij kriebeldiertjes benoemen en gedetailleerd waarnemen.

Samen met Marylin de telspin tellen we de kriebeldiertjes in het grasveld. Hoeveel spinnen en lieveheersbeestjes kunnen we vinden?

We gaan op zoek naar de kriebeldiertjes in de insectenpotten. We moeten goed kijken om alle diertjes op onze kaartjes te vinden. Heb jij ze als eerste allemaal gevonden?

We zetten ook in op onze fijne motoriek (pincetgreep) door op wormenjacht te gaan. Het grasperkje in onze klas zit vol wormen. De kleuter moeten proberen om ze allemaal te vangen. Dit doen we met pincetten en wasknijpers.

Er staan ook verschillende woorden extra in de kijker: kroonblad, zaaien, stengel, lang/kort, bloeien, boeket, waarnemen, bestuiven, fladderen, slijmerig, de cocon, nuttig zijn.

In de bibliotheek vind je fijne boekjes om je nog wat verder te verdiepen in het thema: ‘Klappende rozen en bloemen vol boter’ van Margreet Schouwenaar, ‘Poppy’s plekje’ van Guido Van Genechten, ‘Een klein zaadje’ van Veronica Pock, ‘Ontdek de grote wereld van kleine insecten’ van Patricia Hegarty, ‘Het bijzondere beestjes boek’ van Yuval Zommer,…

Belangrijke momenten om te onthouden:

  • Maandag 17/04 uitstap kabouterberg Kasterlee

Meebrengen: rugzakje met 2x koekjes, drinkbus met water en lunchpakket. Alle kleuters moeten die dag blijven ineten. Doe stevige stapschoenen aan waar je goed mee kan wandelen.

  • Dinsdag 17/04 mama dag: mama Sinne en Jordi
  • Woensdag 18/04 mama dag: mama Sen, Ida en Mil
  • Woensdag 19/04 mama dag: mama Skye, Naia en Emiel
  • Maandag 24/04 mama dag: mama Ella en Leonie
  • Dinsdag 25/04 mama dag: mama Ian, Luca en Estelle
  • Donderdag 27/04 mogen de kleuters een knuffel meebrengen voor de turnles.
  • Maandag 01/05 geen school.
  • Woensdag 10/05 en donderdag 11/05 oudercontacten, meer info volgt.

Zonnige groetjes,
Juf Marthe

Komt jouw kapoen ook naar onze school?