Klasbrief thema 'Ziek zijn'

Thema ‘Ik voel me niet zo lekker… dokter.’
Van 19 t.e.m. 23 februari

Beste ouder(s),

Hopelijk hebben jullie genoten van een fijne vakantie. Odiel en Odette, onze klaspoppen, helaas niet. Ze liggen ziek in bed. Odiel zijn keel doet pijn en hij moet steeds niezen. Odette haar buik rommelt en ze heeft toch zo’n pijn aan haar hoofd. Wat is er aan de hand? Ik denk dat het tijd is dat de dokter een bezoekje brengt aan de klas.

Een dokter heeft heel wat materialen bij in zijn dokterstas, allemaal van die gekke spulletjes. Waarvoor zou de dokter dit allemaal gebruiken? We zoeken het uit tijdens een kringgesprek. Hier komt al heel wat nieuwe woordenschat bij kijken. We ontdekken dat een dokter een stethoscoop gebruikt om naar de ademhaling te luisteren en dat een pleister en plakker net hetzelfde is.

Misschien kunnen we Odiel en Odette wel zelf helpen als echte dokters. Dan moeten we ook een dokterstas hebben. We knippen en plakken de verschillende instrumenten van de dokter in onze dokterstas. We oefenen op het knippen van vormen in verschillende groottes.

Voor je bij de dokter naar binnen kan, moet je even plaats nemen in de wachtkamer. Marylin de telspin (rekenroutines) wil graag weten wie er eerst aan de beurt is. Ze oefent samen met de kleuters de rangorde van de patiënten.

Soms moet de dokter ook spuitjes zetten. De kleuters experimenteren met spuitjes en verf. We zetten ook een patroon van verschillende spuitjes verder in een werkje.

Als dokter is het belangrijk dat je de lichaamsdelen kent. We leren deze benoemen tijdens een liedje en spelletje in onze kring. Weer heel wat nieuwe woordenschat die aan bod komt.

Uit ons rekenkastje komt Staf de meetgiraf piepen. Hij heeft een meetlint bij zich. Staf gaat samen met de kleuters hun lengte meten. We knippen lintjes die even lang zijn als wij en hangen deze naast elkaar op in de klas. Zo kunnen we ook stilstaan bij wie de grootste of de kleinste is en kunnen we de lintjes gaan ordenen volgens lengte. We hebben weer heel wat bijgeleerd over wiskundig meten en de bijhorende begrippen.

Onze poppenkamer wordt een dokterspraktijk. We onderzoeken de zieke patiënten. We vullen patiëntenfiches in en schrijven doktersbriefjes uit. Wanneer de dokter ons onderzocht heeft en medicatie heeft voorgeschreven is het tijd om naar de apotheek te gaan. Ons winkeltje wordt een apotheek waar je de medicatie die je nodig hebt om beter te worden kan vinden. We zetten in deze hoeken extra in op het lezen van pictogrammen, we ontdekken de functie van geschreven taal door in functionele situaties te schrijven en we leren de nieuwe woordenschat te gebruiken in verschillende situaties.

We oefenen onze fijne motoriek (pincetgreep) aan de hand van het spelletje 'Dokter bibber'. We versterken de spieren in onze vingers door het maken van pilletjes met plasticine. We moeten ook goed tellen dat we juist genoeg pilletjes maken zoals op het doktersbriefje staat. We oefenen nog wat extra op het herkennen van de cijfers tot 6 en een hoeveelheid hieraan koppelen.

Fijne boekjes om te ontlenen in de bibliotheek zijn: ‘Kas is ziek’ van Pauline Oud, ‘Berre zorgt goed voor Fleur’ van Annemie Berebrouckx, ‘Heksenvirus’ van Guy Daniëls, ‘Ziekenhuishond’ van Julia Donaldson, ‘Kleine Huppel krijgt een prik’ van Aline De Pétigny,…

Tijdens dit thema staan volgende woorden centraal: verzorgen/behandelen, onderzoeken, de stethoscoop, de plakker/pleister, het verband/windel.

Thema ‘Toe ta toe ta… met de ziekenwagen naar het ziekenhuis.’
Van 26 februari t.e.m. 1 maart

We ontdekken dat de huisarts niet iedereen kan genezen of kan verzorgen. Voor sommige kwetsuren of ziektes moet je naar het ziekenhuis. We lezen het verhaal ‘Lou in het ziekenhuis’ en gaan samen met hem op verkenning door het ziekenhuis. Waarvoor moet je allemaal naar het ziekenhuis en wie kan je daar vinden? Misschien heeft jouw kleuter ook wel een keertje in het ziekenhuis moeten verblijven? We houden een kringgesprek en roepen onze voorkennis hierover op aan de hand van een woordweb. We schematiseren en visualiseren alles wat we al weten over het ziekenhuis, artsen, behandelingen, materialen,… Dit woordweb vullen we gedurende het thema verder aan met de nieuwe informatie die we opdoen.

In het ziekenhuis brengen ze een kindje binnen dat hard gevallen is. Hij moet in het gips. We bekijken een filmpje over het gipsen van een arm en been. Nu gaan we zelf aan de slag. We maken onze eigen gipsarm door het bekleden van een fles. De kleuters doen nieuwe ervaringen op met materialen en grondstoffen. Wat is dat hard zo’n gips, gelukkig kunnen we deze gips wel makkelijk aan en uit doen.

In het ziekenhuis worden niet enkel gipsen gelegd, maar ook van die gekke foto’s genomen. Het lijkt wel of die meneer geen kleren meer aanheeft. De kleuters bekijken het effect van röntgenfoto’s. Bij een röntgenfoto zie je enkel het skelet van iemand. We maken zelf een röntgenfoto door een groot skelet te ontwerpen. Dit is een groepswerk waarbij de kleuters leren samenwerken en een voorbeeld leren nabouwen. We stempelen ook de lichaamsdelen op de juiste plaats. De kleuters maken hierdoor kennis met geschreven taal en letters. We leren ook veel nieuwe woordenschat over de verschillende lichaamsdelen.

Onze poppenkamer wordt een ziekenhuiskamer. Hier kan de patiënt verzorgd worden door de arts en verpleegkundige. We verbreden hierbij de geleerde woordenschat door deze toe te passen in verschillende situaties en contexten.

In de bouwhoek komen ziekenwagens tot leven. Kunnen we ook een levensgrote ziekenwagen bouwen waar we zelf in passen? De kleuters zullen het nodige meetwerk en ruimtelijk inzicht nodig hebben om deze opdracht tot een goed einde te brengen.

Leuke en leerrijke boekjes om te ontlenen in de bibliotheek: ‘Muis in het ziekenhuis’ van Lucy Cousins, ‘Boer Boris en het gebroken been’ van Ted Van Lieshout, ‘Ziekenhuishond’ van Julia Donaldson, ‘Lucas en de fotodokter’ van Stefan Boonen,…

We leren weer heel wat nieuwe woordenschat: het onthaal, de arts/dokter, de patiënt, de verpleger/verpleegster, het infuus, de röntgenfoto.

Thema ‘Hoera een broertje/zusje!’
Van 4 t.e.m. 8 maart

We maakten kennis met het ziekenhuis en leerden dat er verschillende afdelingen in te vinden zijn. Zo heb je de gipsafdeling, het operatiekwartier,… In het ziekenhuis vind je ook de materniteit en verloskunde. Hier komen mama’s met een dikke buik bevallen van hun baby.

Afgelopen maanden mochten we meeleven met de zwangerschap van de mama van Gaston uit onze klas. Hij kreeg onlangs een zusje. De fijne verhalen die hij meebracht trokken onze aandacht en zorgden er voor dat er steeds meer nieuwsgierigheid en leergierigheid was rond baby’s en bevallen. Daarom gaan we ons hier in de klas wat meer in verdiepen.

We starten het thema met een kringgesprek rond baby’s, zwangerschap en bevallen. Wie beter dan trotse broer Gaston kan ons alles vertellen over het krijgen van een broertje of zusje. Misschien zijn er ook wel andere kleuters die al een broertje of zusje hebben mogen verwelkomen of in de familie een zwangerschap van dichtbij hebben meegemaakt. Ik ben benieuwd naar wat de kleuters hier al allemaal over weten.

We leren dat baby’s eerst graag even logeren in mama’s buik tot ze groot genoeg zijn om er uit te komen. We tekenen een mama met een baby in haar buik. De kleuters hebben hiervoor ruimtelijk visueel inzicht nodig en oefenen verder op het tekenen van een mannetje met de lichaamsdelen op de juiste plaats en in de juiste verhouding.

Zo’n dikke buik is niet zo handig als je bijvoorbeeld je veters moet strikken. Dit ondervinden we zelf tijdens een bewegingsmomentje. We stoppen een ballon onder onze trui en doen net alsof we zwanger zijn. Kunnen we de bewegingen die de juf voordoet nog correct uitvoeren? Het belooft een grappige bedoening te worden.

Vroeger waren de kleuters zelf een baby en ook de juffen zijn ooit baby’s geweest. We bekijken samen onze babyfoto’s en staan stil bij de veranderingen die er optreden. Vervolgens ordenen we de verschillende levensfases van baby tot oma chronologisch in een werkje. We knippen de prenten zelf uit waardoor we weer wat extra geoefend hebben op het knippen van vormen.

Baby’s drinken graag melk uit een flesje. Staf de meetgiraf (rekenroutines) komt ons graag helpen om de baby’s met de juiste hoeveelheden melk te voeden. De begrippen vol en leeg staan tijdens deze activiteit centraal. In onze ontdekbak gaan we hier later zelfstandig mee aan de slag.

Niet enkel Staf de meetgiraf komt piepen uit ons rekenkastje, ook Ferdinand de weegolifant komt graag meedoen. Hij heeft suikerbonen meegebracht. Ferdinand zorgt er graag voor dat de gasten de juiste hoeveelheid suikerbonen krijgen. Met de balansweegschaal weegt hij samen met de kleuters de suikerbonen af. Natuurlijk moet er op het einde ook een suikerboon voorgeproefd worden 😉.

In de bouwhoek ontwerpen we een wieg voor de baby en in de poppenkamer passen we de geleerde handelingen voor de verzorging van een baby toe. Kennen we de juiste benamingen nog zoals voeden, verschonen, luier, …?

Kan je kleuter maar niet genoeg krijgen van dit thema, dan kan je volgende boekjes ontlenen in de bibliotheek: ‘Waar komen baby’s vandaan?’ van Pauline Oud, ‘Bolle buiken en blije baby’s’ van Nathalie Depoorter, ‘Heksje Mimi en de baby’ van Kathleen Amant,…

De kleuters verbreden hun woordenschat weer met heel wat nieuwe woorden: huilen/wenen/snikken, het kraambezoek, voeden, de romper, de wieg, opgroeien.

Belangrijke momenten op te onthouden:

  • Vrijdag 23/02 schoolfotograaf klasfoto’s
  • Woensdag 28/02 poppenkast
  • Maandag 04/03 de kleuters brengen een babyfoto mee van zichzelf.
  • Dinsdag 05/03 de kleuters brengen hun geboortekaartje mee.
  • Vrijdag 15/03 musical Heksje Mimi op school.

Groetjes,
Juf Els en juf Marthe

Komt jouw kapoen ook naar onze school?